Verantwoord smartphonegebruik tijdens de les kan wél

Normaal gesproken vind ik Johannes Visser van De Correspondent prima ideeën over het onderwijs hebben, met een vaak even verfrissende als prikkelende stellingname. Maar met zijn kruistocht tegen het gebruik van smartphones in het onderwijs slaat hij wat mij betreft de plank volledig mis.

Overigens ben ik zelf ook wel realistischer (leerlingen: “strenger”) geworden als het gaat om het gebruik van smartphones in de les. Toen ik een paar jaar geleden digitale tools als Kahoot, Mentimeter, Padlet en ander gratis onderwijsspul ontdekte, noemde ik internet een digitale schatkamer voor onderwijs met de mobieltjes van leerlingen als sleutel. Rond 2012/2013 vond ik mezelf überhip met leerlingen in de klas met de mobieltjes op tafel, en deed ik mijn stinkende best om ervoor te zorgen dat de wifivoorzieningen op school in orde waren. Ik heb ooit zelfs een whatsappje naar een leerlinge gestuurd: “Let je even op, dit is belangrijk”. Leerlingen konden toch multitasken? Dan kon die mobiel er best bij.

Leerlingen kunnen niet multitasken. Dat ben ik volledig met Johannes Visser eens. Als er volledige concentratie nodig is in de les, dan moet een leerling niet afgeleid worden door 237 berichtjes op de telefoon. Die telefoon moet dan weg zijn. En ik kan wel zeggen dat mijn verhaal dan de moeite waard moet zijn, dat ik moet concurreren met die smartphone, maar het is heel eenvoudig: niemand kan concurreren met een smartphone. Mijn eigen kinderen checken tijdens een spannende voetbalwedstrijd of boeiend programma op tv tientallen keren hun telefoon. Je kunt er eenvoudigweg niet tegenop.

Maar moet die telefoon dan helemaal weg, zoals Visser stelt? Dus ook niet meer inzetten voor lesgebonden activiteiten? Beter van wel, volgens Visser, want ook dan lopen immers al die berichten binnen. En dáár gaat hij mij nou net even te ver. Visser wil de concurrentie, die wij niet aankunnen, eenvoudigweg elimineren. Niet alleen maken we ons dan impopulair bij de schoolbevolking, maar ook onsterfelijk belachelijk.

In de eerste plaats, heel praktisch: mijn leerlingen en ik gebruiken de (sociale) media volop. In de loop der jaren heb ik youtube gebruikt voor mijn instructiefilmpjes. Sommige leerlingen snappen mij na één keer, anderen doen daar iets langer over. Als ze dan nog een keer naar mij willen luisteren bij het maken voor oefeningen door met oortjes in mijn filmpje over hen en hun op te zoeken, storen ze hun klasgenoten niet, heb ik ruimte om andere leerlingen met andere leerproblemen te helpen en kunnen andere leerlingen ‘gewoon door’. Ik kan niet meer zonder die filmpjes, net zoals mijn facebookpagina een soort community annex ELO is geworden. En dan heb ik het nog niet eens over de honderd kahoots die ik heb, een werkvorm die zich echt bewezen heeft. Of een programma als Goosechase, waarmee je leerlingen echt activeert via de smartphone en wat eigenlijk een moderne speurtocht is. Natuurlijk worden tijdens die activiteiten andere dingen gecheckt: whatsapp, insta, snapchat. Maar dat gebeurt bij andere werkvormen toch ook? Als ik een ouderwets medium als het schoolbord gebruik, wordt er soms balend naar buiten gekeken omdat het verdorie weer keihard regent, terwijl het het laatste uur is… Moet ik het schoolbord er dan ook maar uitgooien, omdat leerlingen iets anders doen als ik mijn rug naar ze keer? Of stel ik op dat moment dat medium even centraal, en accepteer ik dat ik niet voor de volledige 100% de aandacht van de klas heb? Beste Johannes, dat laatste doe ik inmiddels al 21 jaar. You win some, you lose some. Dat heet onderwijs.

De smartphone heeft zich in korte tijd ontwikkeld toch misschien wel het belangrijkste medium dat een jongere gebruikt, na zijn stem. Leerlingen gebruiken het niet alleen als communicatiemiddel, maar vaak hangt zijn of haar hele identiteit ervan af. Dat kun je kwalijk vinden –dat is het wellicht ook- maar het is wel een gegeven. Ik beschouw het als mijn pedagogische taak om leerlingen –in mijn geval in de leeftijd van 16 tot 20 jaar- daar op een verantwoorde manier mee om te leren gaan. Het ding verbannen uit mijn les vind ik dan net even te ver gaan. Wel wijs ik mijn leerlingen erop dat 90% van mijn lestijd de smartphone niet welkom is. En soms gebruiken we hem wel. En dan gebruiken we hem waar hij voor bedoeld is: als communicatiemiddel. Leerlingen die zich tijdens mijn instructie toch niet kunnen inhouden en de telefoon checken, mogen vertrekken. Die maatregel neem ik liever dan de telefoon innemen. Niet alleen pak je dan zo ongeveer de hele identiteit van een leerling af, je bent ook nog eens verantwoordelijk voor een duur ding.

Johannes Visser wees daarnaast nog eens op het feit dat beleid dat per lesuur verschilt, geen beleid is.

“Bij de leraar Frans mag je je telefoon gebruiken om woordjes op te zoeken en bij de docent wiskunde mag je een spelletje spelen als je klaar bent met je werk. Bij de leraar economie mag je telefoon op tafel liggen en bij de docent natuurkunde moet-ie in je broekzak zitten”.

Wat mij betreft geldt dat voor heel, heel veel andere vormen van (ongewenst) gedrag. De ene docent staat oogluikend toe dat er een boterham wordt weggewerkt tegen half twaalf, een andere docent staat dan al klaar om de broodtrommel in te nemen. De ene docent neemt werktuigelijk iedere keer weer de pet af van een leerling ‘omdat dat binnen niet hoort’, een andere docent complimenteert de leerling juist weer voor die kledingkeuze. En zo zijn er nog legio gedragsuitingen te noemen die door docenten verschillend geïnterpreteerd worden. De docentenbevolking is nou eenmaal net zo divers als de leerlingenpopulatie, en elke docent heeft zijn eigen allergieën en tolerantiegrenzen.

Volgens Johannes Visser bestaat er dus niet zoiets als verantwoord smartphonegebruik. Ik denk dat genoeg collega’s inmiddels hebben bewezen dat dat wel bestaat. En dat er genoeg tussenwegen bestaan tussen het verbannen van mobieltjes uit het lokaal en het onbeperkt toestaan van appen en snappen tijdens de les. Maar toegegeven, de wittebroodsweken tussen smartphone en modern, innovatief onderwijs zijn wel voorbij.

Een gedachte over “Verantwoord smartphonegebruik tijdens de les kan wél

Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑